Met de wijziging van de Beleidsregel boeteoplegging Arbeidsomstandighedenwet zijn de sanctiemogelijkheden van Inspectie SZW uitgebreid. Niet alleen kan de inspectie sinds 1 september 2017 direct een boete opleggen als uw organisatie geen contract heeft met een arbodienstverlener. Een werkgever kan ook een boete krijgen als er geen samenwerking is tussen preventiemedewerker en bedrijfsarts of arbodienst en medezeggenschap. De nauwere samenwerking is een wettelijke verplichting. In het basiscontract moet staan hoe dat in de praktijk is geregeld. Maakt de preventiemedewerker hier geen gebruik van, dan moet de werkgever hem aan zijn jasje trekken!
Organisaties worstelen met de vraag hoe zij deze verplichting moeten vormgeven in de praktijk. Daar zegt de wet niets over. In de toelichting bij de beleidsregel staat dat de preventiemedewerker 'ten minste een keer per jaar de stand van zaken op het terrein van gezond en veilig werken in het bedrijf bespreekt met het medezeggenschapsorgaan, de werkgever en de arbodienst of de bedrijfsarts'. Het is dus verstandig dit overleg snel in te plannen. Het niet naleven van deze verplichtingen door de preventiemedewerkers leidt eerst tot een waarschuwing of eis tot naleving. Als er geen verbetering volgt, krijgt de werkgever een boete van categorie 3.
Bron: ArboRendement, Jaargang 11, Nummer 9, september 2017
Terug naar het nieuwsoverzicht